GESCHRIFTEN & BOEKROLLEN
(foto's: dankzij wikimedia commons)
Veel van de belangrijkste oude geschriften die verband houden met het Jodendom en het Christendom zijn gevonden en/of geschreven in Israël en samen vormen ze een indrukwekkende tijdlijn van de 7e eeuw BC tot nu.
foto door Hoshvilim:
Foto:Disdero
Deir Alla inscriptie
880-770 v. Chr. - Deir Alla, Jordanië
Deze oude inscriptie werd ontdekt tijdens een opgraving in 1967 in Deir Alla, Jordanië en is te zien in de Archeologisch Museum Jordan. Het is geschreven in een eigenaardig Noordwest-Semitisch dialect. Het vermeldt Bal'am, zoon van Be'or (mogelijk Bileam) vermeld in Numeri 22-24 en in andere passages van de Bijbel. Het Oxford Handbook of Biblical Studies beschrijft het als het oudste voorbeeld van een boek in een West-Semitische taal geschreven met een alfabet, en het oudste stuk Aramese literatuur. Hoewel het enkele kenmerken van het Aramees bevat, zoals het woord 'bar' ( zoon van Beor) in plaats van het Kanaänitische 'ben', maar bevat het ook veel elementen van de Kanaänitische talen, waardoor sommigen dachten dat het een dialect van het Kanaänitisch was, in plaats van in een vroege vorm van het Aramees.
ZILVEREN ROLLEN
7e eeuw voor Christus
In 1979 werd tijdens een opgraving het oudst bekende exemplaar van het Oude Testament gevonden. Het werd gevonden in een grafgrot op een plaats die bekend staat als Ketef Hinnom, ten westen van de oude stad Jeruzalem. Archeoloog Gabriel Barkay dateerde de kleine zilveren rollen die hij vond in de 7e eeuw voor Christus! Een priesterlijke zegen, opgetekend in Numeri 6:24-26, werd op deze kleine zilveren boekrollen ontdekt. Barkay, hoogleraar archeologie aan de Bar Ilan University, verklaarde dat de zilveren rollen zo'n vier eeuwen vóór de beroemde Dode Zeerollen zijn geschreven! Het zijn de enige bijbelverzen die ooit zijn gevonden uit de periode van de Eerste Tempel. Ten minste een deel van het oude testament is dus geschreven niet lang na de tijd waarop de gebeurtenissen uit de bijbel plaats vonden.
Foto:Tamar Hayardeni
HEBREW JERUSALEM PAPYRUS
7th century BC - Judean Desert
A rare, ancient papyrus dating to the First Temple Period — 2,700 years ago — has been found to bear the oldest known mention of Jerusalem in Hebrew. The fragile text, believed plundered from a cave in the Judean Desert, was apparently acquired by the Israel Antiquities Authority during a sting in 2012 when thieves attempted to sell it to a dealer. Radiocarbon dating has determined it is from the 7th century BC, making it one of just three extant Hebrew papyri from that period, and predating the Dead Sea Scrolls by centuries.
ISHMAEL PAPYRUS
6e eeuw BC
Een brief geschreven in het oud-Hebreeuws die teruggaat tot the Eerste Tempelperiode, rond de zesde of zevende eeuw v.C. werd recent teruggestuurd naar Israël. Het werd waarschijnlijk gevonden in de grotten in woestijn van Judea.
Archeologen schatten dat het papyrus dateert uit de zesde eeuw voor Christus, wat wat datering betreft overeenkomt met twee andere documenten van deze periode en deel zijn van de Dode Zeerollen collectie. Het script op het uiterst zeldzame geripte document begint met 'Verzonden naar Ishmael....'', wat erop duidt dat het een fragment van een brief is.
PASSOVER PAPYRUS
419-418 BC - Egypt
The famous Passover papyrus is a remarkable non-biblical confirmation that passover was celebrated amongst the Jews already 2400 years ago!
Part of the inscription tells: "“In the month of Nisan, the Judahite soldiers should observe Passover. Count fourteen days of the month of Nisan and observe Passover from the 15th to the 21st, seven days of unleavened bread. Be careful and do not work on day 15 and day 21.” the letter concludes, “for my brothers, Yedaniah and the soldiers of the Judahite garrison, your brother Hananiah.”
The Passover Papyrus is part of the Elephantine papyri, an important collection of writings (on papyrus reeds) from the ancient Jewish community in Elephantine, Egypt. The author of the letter was Jewish official in Yahud named Hananiah. Under the Persian Empire Yahud was the name of the former region of Judah with its religious centre Jerusalem. This letter is dated nearly hundred years after the Jews had rebuild the temple of Jerusalem. The Berlin Museum currenlty holds the Passover
Example of papyrus documents from Elephantine (berlin museum) photo: Osama Shukir Muhammed Amin
A letter from the Elephantine Papyri, requesting the rebuilding of a Jewish temple at Elephantine. Photo wikimedia commons
ELEPHANTINE PAPYRUS 'REGUEST FOR HELP FROM JUDAH
407 BC - Egypt
Letter from the Elephantine Papyri, a collection of 5th century BCE writings of the Jewish community at Elephantine in Egypt. Authors are Yedoniah and his colleagues the priests and the letter is addressed to Bagoas, governor of Judah. The letter is a request for the rebuilding of a Jewish temple at Elephantine, which had been destroyed by Egyptian pagans. The letter is dated year 17 of king Darius (II) under the rule of the satrap of Egypt Arsames, which corresponds to 407 BCE. (From Eduard Sachau's 1907 publication.)
ARAMAIC PAPYRI OF WADI DALIYEH
4th Century BC - North of Jericho
Samaria Hills, Photo: Daniel Ventura
Between 1962 and 1963, Frank Moore Cross, a former Hebrew professor at Harvard University, acquired a collection of ancient artifacts including papyri, stamp seals, coins, and gold rings from looters associated with the Bedouin tribe of Ta'amireh. The transaction also involved the disclosure of the looting site. This revelation led professor Cross to the Mughâret Abū Shinjeh cave. Cross initiated excavations at this location, revealing additional papyri, stamp seals, some in good condition, and various human remains. The discovered papyri, inscribed in Aramaic, were dated to the end of the Achaemenid rule over Samaria. The site's material suggested it was the remnants of noble Samaritans who had fled the aftermath of Alexander the Great's reprisals in 331 BCE, which followed the assassination of his satrap Andromachus.
According to Jan Dusek, from Charles University in Prague, the papyri provide valuable information about the inhabitants of Samaria in the 4th century BC. Also they give more evidence for the existence of a group of people bearing Yahwistic names that lived in Samaria along other groups. The same group already had a religious centre at Mount Gerezim since the beginning of the 5th century BC. (see article).
ARAMAIC PAPYRUS OF KETEF YERIHO
4th Century BC - Jericho
A rare document dated to the second half of the fourth century BC, with a list of names (possible of donations) was found in a cave near Jericho. Possible the document as hidden in this inaccessible desert cave around the Jewish rebellion against Persian king Artaxerxes III. This rebellion led to the destruction of Jericho and the citizens of the city were Exiled to Hyrcania on the Caspian Sea and Persia.
QUMRAN GROTTEN
Qumran-grotten zijn een reeks grotten, sommige natuurlijk, sommige kunstmatig, gevonden rond de archeologische vindplaats van Qumran de Judese woestijn. Het is in deze grotten dat de beroemde 'Dead zeerollen' werden ontdekt.
Foto:Koosg
'DODE ZEE' ROLLEN
2e eeuw voor Christus - 4e eeuw na Christus Qumran-grotten
De beroemde Dode-Zeerollen bevatten fragmenten uit elk boek van het Oude Testament. (behalve het boek Esther). Een het complete boek van de Hebreeuwse Bijbel dat bewaard is gebleven tussen de manuscripten van Qumran is Jesaja; dit exemplaar, daterend uit de eerste eeuw voor Christus, wordt beschouwd als het vroegste oudtestamentische manuscript dat nog bestaat. Naast bijbelteksten bevatten de rollen documenten over sektarische voorschriften, zoals de Gemeenschapsregel, en religieuze geschriften die niet in het Oude Testament voorkomen.
(foto dankzij Wikimedia commons)
Foto:Matson Fotoservice
Foto:Tamar Hayardeni
GABRIEL'S REVELATION
Late 1st century BC - 1st century AD -
Death Sea region, Israel
Gabriel's Revelation, also called Hazon Gabriel (the Vision of Gabriel or the Jeselsohn Stone, is a stone tablet with 87 lines of Hebrew text written in ink. The text seems to be a collection of short prophecies. It is dated to the late 1st century BC or early 1st century CE and is important for understanding Jewish messianic expectations in the Second Temple period. (The mainstream view is that Gabriel's Revelation is a pre-Christian work.) The finding has caused controversy among scholars. Israel Knohl, an expert in Talmudic and Biblical language, translated line 80 of the inscription as "In three days, live, I Gabriel com[mand] yo[u]". He interpreted this as a command from the angel Gabriel to rise from the dead within three days, and understood the recipient of this command to be Simon of Peraca, a Jewish rebel who was killed by the Romans in 4 BC. Knohl asserted that the finding "calls for a complete reassessment of all previous scholarship on the subject of messianism, Jewish and Christian alike". Other scholars, however, reconstructed the faint writing on the stone differently. Ronald Hendel's reading of "In three days, the sign ..." has gained widespread support. Knohl accepted that "sign" is a more probable reading than "live", although he maintains that "live" is a possible reading. However, the meaning of the phrase in the currently accepted reading is still unclear. Knohl still maintains the historical background of the inscription to be as mentioned above. He now views Simon's death, according to the inscription, as "an essential part of the redemptive process. The blood of the slain messiah paves the way for the final salvation".
MASADA SCROLLS & BEN SIRA SCROLL
70 na Christus - Masada
De Griekse vertaling van het apocriefe boek Ben Sira is al sinds de oudheid bekend bij westerse lezers. Al die tijd waren er echter sceptici die het idee van een Hebreeuwse voorganger verwierpen. De late negentiende-eeuwse ontdekking van de Cairo Geniza omvatte de eerste bekende Hebreeuwse tekst van Ben Sira, maar dit overtuigde niet alle sceptici die twijfelden aan de oude Hebreeuwse oorsprong ervan. Toen leverden Yigael Yadin's opgravingen bij de Herodiaanse schans van Masada in de jaren zestig een fragment op van Ben Sira in het oorspronkelijke Hebreeuws. Sommige Tannaitische wijzen ontmoedigden het lezen van Ben Sira, en de Misjna verbood het als een tekst die "de vingers niet bevlekte", dat wil zeggen, het schepte niet op over goddelijke inspiratie. De ontdekking van Ben Sira in Masada is echter een bewijs van de populariteit van het boek op de meest onwaarschijnlijke plaatsen - een fort op een heuveltop in de woestijn.
Nieuwe Testament papyri van de 2e eeuw na Christus - Egypte
Rylands Papyrus
Tussen 100 & 175 AD - Egypte
De Rylands Library Papyrus P52 is ook bekend als het St John's fragment. Het is een fragment uit een papyruscodex (geen rol) die in 1920 door Bernard Grenfell op de Egyptische markt werd gekocht en authentiek bleek te zijn. Dit fragment is het oudst bekende manuscript van het evangelie van Johannes en het vroegst bekende manuscript van het hele Nieuwe Testament daterend uit ongeveer 125 na Christus. Het wordt momenteel bewaard in de John Rylands Library, Manchester, VK. De tekst die overeenkomt met het evangelie van Johannes 18:31–33 is in het Grieks geschreven.
Ryland Libraity (Mike Peel)
P90 (Gregory Aland) papyrus
150 na Christus - Egypte
Papyrus 90 (in de Gregory-Aland numbering) is een klein fragment uit het evangelie van Johannes 18:36-19:7 dat paleografisch dateert uit de late 2e eeuw. Het noemt Jezus, Pontius Pilatus en Barnabas.
P104 (Gregory-Aland) Papyrus
150 na Christus - Egypte
Deze papyrus behoort tot de oudste bewaard gebleven teksten van het Nieuwe Testament. Het bestaat uit zes verzen uit het evangelie van Matteüs, in een fragmentarische staat, en is gedateerd op het einde van de 2e eeuw.
TACITUS 'HISTORIAE'
100 AD - Roman Empire now Florence
The oldest existing copy of the original works of Tacitus Historia can be found in the beautiful Museum, La Biblioteca Medicea Laurenziana in Florence. It is dated between 1000 and 1100 AD. The writings by Tacitus about the Jews are highly controversial (see video). However the texts just like other Greek and Roman writers do confirm many of the Jewish (religious) customs, that Jerusalem was founded by and the capital of the Jews and the place of the magnificent Jewish temple.
Photo: Sailko
TACITUS 'ANNALES'
105-120 AD - Roman Empire
The Annals (Latin: Annales) was written at the start of the second century AD by Roman historian and senator Tacitus and is a history of the Roman Empire from the reign of Tiberias to that of Nero (the years AD 14–68). The Annals are a highly valued source for modern understanding and research of the history of the Roman Empire. Modern historians generally consider this work as Tacitus magnum opus. One of the remarkable stories is Tacitus description (Annals 15.44) of Jesus: "Christ had been executed in Tiberias reign by the governor of Judea, Pontius Pilate". He also described the brutal ways how emperor Nero massacred many Christians in Rome. ('The popular Handbook of Archaeology and the Bible', N.Geisler and J.M Holden, 2013, pag 298)
CAVE OF LETTERS
136 na Christus en ouder - Nahal Hever, Israël
De Grot van Letters is een grot in Nahal Hever, 20 km ten zuiden van Qumran in de woestijn van Judea. In de grot brieven, scorlls en fragmenten van papyri gevonden die dateren uit de Romeinse tijd. Sommige zijn gerelateerd aan de Bar Kochba-opstand (circa 131-136) en correspondentiebrieven tussen Bar Kochba . bevatten en zijn ondergeschikten. Fascinerend is de bundel papyri, bekend als de Babatha-archieven . Babatha was een vrouwelijke landeigenaar uit dezelfde periode en meer wordt beschreven in de volgende paragraaf.
Foto door:Israel Antiquities Authority
Photo by: Antione Heron de Villefosse, Wikimedia
ROMAN MILITARY DIPLOMA MENTIONING SYRIA-PALAESTINA
139 AD - Afiq / Biblical Aphek, Israel
A Roman military diploma written on Bronze plates, from Afiq or ancient Aphek, testifies to the change of names when the provinces of Roman Syria and Roman Judaea were merged into Roman provinces Palaestina I, II and II. This occurred around the time of the Bar Kokhba Revolt. Most scholars believe Emperor Hadrian changed the names trying destroy the connection of the Jews to their historical homeland. The name Palaestina was already older, going back to the Egyptians that mention 'Peleset' and also the name Palestina was mentioned by Herodotus. However the old name of Palaestina was used to describe only the coastal region (today Gaza and Ashkelon) associated with the ancient Philistines.
BAR KOKHBA LETTERS
132-135 AD Cave of Letters - Nahal Hever
About sixty years after the First Jewish Revolt, which led to the destruction of the Second Temple by the Romans in 70 CE, a group of Jews led by Shimon bar Kosiba attempted a second revolt. He came to be known as bar Kokhba, or “son of the star,” a play on words based on an interpretation of Numbers 24-17 that emphasized the messianic aspirations that were ascribed to him. In this Aramaic letter, Bar Kosiba asks a lieutenant to gather ritual supplies for the festival of Sukkot, or Tabernacles, for his encampment. Another letter composed in Greek contains a similar request.
BABATHA SCROLLT & ARCHIEF
131-136 AD - Nahal Hever
Babatha was de dochter van Shim'on, een joodse landeigenaar die in de Romeinse tijd in Arabië woonde. Ze bezat een documentenarchief dat in de Grot der Brieven werd gevonden . "Babatha's archief is een uiterst belangrijke bron voor veel kwesties, vooral over de kwestie van de juridische positie van Joodse vrouwen in Israël tijdens de Romeinse bezetting. Het toont de mate aan waarin Joden terugkeerden naar een Joods wetboek van persoonlijk recht en de mate waarin ze vertrouwden op het Grieks-Romeinse rechtssysteem en de rechtbanken die het verschafte om dit systeem af te dwingen."
De laatste documenten van Babatha dateren uit het jaar 132 na Christus in Mahoza. in 135 haar documenten werden zorgvuldig gedeponeerd in een grot bewoond door rebellenvluchtelingen, die En-Gedi ontvluchtten toen de Romeinse troepen het bezetten. Babatha is samen met andere Joodse inwoners van Mahoza waarschijnlijk het dorp ontvlucht omdat ze zich bedreigd voelden door de lokale bevolking of de Romeinen. Ze vond onderdak in een grot in Nahal Hever en waarschijnlijk zij stierf daar in de woestijn.
Foto:Nadav1
ZOHAR - KABBALA
2e eeuw na Christus en latere ontwikkelingen
Afbeelding: Titelpagina van de eerste editie van de Zohar, Mantua, 1558. Library of Congress.
De 'Zohar', wat 'Pracht' betekent, is de belangrijkste tekst van Kabbalah. Het is een mystiek commentaar op de Thora, geschreven in middeleeuws Aramees. Sommigen houden van Gershom Scholem betoogde dat Moses de Leon (1240-1305) was de enige auteur van de Zohar. Meer recentelijk heeft Yehuda Liebes beweerde dat, hoewel De León misschien de primaire auteur was, hij selecties van hedendaagse kabbalisten had opgenomen of herschikt (bijv. Rabbi Joseph Gikatilla, Rabbi Joseph van Hamadan, Rabbi Bahya ben Asher). Meest recentelijk hebben Kabbalah-geleerden zoals Ronit Meroz, Daniel Abrams en Boaz Huss aangetoond dat de materialen in de Zohar verschillende generaties van schrijven, herschrijven en redigeren hebben ondergaan. De León beweerde de tekst van de Zohar te hebben ontdekt terwijl hij in het land Israël was en schreef het toe aan de 2e-eeuwse Rabbi Shimon bar Yochai, die de hoofdpersoon van de tekst is. De tekst werd enorm populair in de hele Joodse wereld.
Hoewel de Zohar is georganiseerd in commentaren op delen van de Thora, gaat hij dieper in op de Talmoed, Midrasj Rabba, Sefer Yetzira, de Bahir en vele andere rabbijnse teksten. Tot op zekere hoogte is de Zohar gewoon Kabbalah.
Foto dankzij Wikimedia Commons
Foto:wikimedia commons
THE YERUSHALMI OR PALESTINIAN TALMUD
3rd century -400 AD
The Talmud, written as תַּלְמוּד (Talmūḏ) in Hebrew, holds a central role in Rabbinic Judaism as the primary source of Jewish religious law (halakha) and Jewish theology. The Talmud is basically a large collection of extended discussions on how to interpret the Mishnah. For generations prior to modern times, in virtually all Jewish communities, the Talmud occupied a pivotal position in Jewish cultural life. It served as the cornerstone of "all Jewish thought and aspirations" and functioned as the guiding force in the daily lives of Jews.
Despite it's name the Jerusalem Talmud is believed to have originated in Tiberias within the School of Johanan bar Nappaha, serving as a compilation of teachings from the schools of Tiberias, Caesarea, and Sepphoris. It is primarily composed in Jewish Palestinian Aramaic, a Western Aramaic dialect distinct from its Babylonian counterpart.
This Talmud represents a condensed summary of the Mishnah's analysis, a process that spanned nearly two centuries and was undertaken by the Talmudic Academies in Syria Palaestina, notably those in Tiberias and Caesarea. Due to their geographical location, these academies placed significant emphasis on the examination of the agricultural laws specific to the Land of Israel.
The Communities in Babylon and the Roman Province of Palaestina did communicate with each other and there are many similarities. The development of the Babylonain Talmud lasted much longer and gained a higher status in the study of Judaism. Parts of the Yerusalem Talmud were lost mainly because it was for a ling time forgotten. However a recent revival in the study of the Jerusalem Talmud increased it's importance.
EIN GEDI SCROLL
3e-4e eeuw na Christus - Ein Gedi Israël
De Ein-Gedi-rol is een oud en kwetsbaar Hebreeuws perkament dat deel uitmaakte van een Torah-rol. Het werd gevonden in de synagogue uit het Byzantijnse tijdperk in Ein Gedi in 1970. Radiokoolstoftesten dateren de rol echter uit de derde of vierde eeuw CE (210-390 CE). De rol bevat verzen uit het begin van Leviticus.
Foto door:Israel Antiquities Authority
Photo by Carole Raddato
ITINERARIUM BURDIGALENSE
333 AD
An anonymous pilgrim from Bordeaux visited the Holy Land in 333 AD. He travelled through Italy, the Danube valley and Constantinople, through Asia Minor to Jerusalem. His remarkable account of his travels he recorded in The Itinerarium Burdigalense. This is the first description in Latin of the Holy Land by a Christian pilgrim. The Itinerarium survives in four manuscripts, all written between the 8th and 10th centuries. The upside down inscription (see picture) is from the Roman statue of Emperor Antoninus Pius that the Bordeaux Pilgrim recorded seeing when he was on the Temple Mount in AD 333.
EERSTE LATIJNSE BIJBEL DOOR HIERONIMUS
386 AD - Betlehem Israël
(Afbeelding voorbeeld van een eeuwenoude Latijnse Bijbel) publiek domein
De heilige Gerome of Hieronimus was een Dalmatische priester die in 379 werd gewijd en zijn leven begon als bijbelgeleerde. In 385 na Christus verhuisde hij naar Bethlehem destijds het centrum van het Christendom in Israël. Hij begon in 386 AD en voltooide zijn vertaling van de Bijbel in 16 jaar later. Hij werkte in totaal 30 jaar in de grot onder de Geboortekerk in Betlehem . De bedoeling van de heilige Hiëronymus, die het Hebreeuws van het Oude Testament en het Grieks van het Nieuwe Testament in het Latijn vertaalde, was dat gewone christenen van het Romeinse rijk de bijbel zouden kunnen lezen. Bekend als de 'Vulgaat', het bleef de gezaghebbende versie voor katholieken tot de 20e eeuw en de meest gebruikte bijbel in Geschiedenis.
Hiëronymus stond bekend om zijn ascetische levensstijl. Zijn bibliotheek werd beschouwd als een van de belangrijkste privécollecties van die periode, maar in 416 werd zijn bibliotheek vernietigd toen Bethlehem werd geplunderd door bandieten. Van de heilige Hiëronymus wordt aangenomen dat hij de op één na meest omvangrijke schrijver in het oude Latijnse christendom was. Het was bekend dat hij een onverzadigbaar verlangen naar kennis had, gekoppeld aan een uitzonderlijk geheugen voor alles wat hij ooit las.
KATECHETISCHE LEZINGEN VAN CYRIL VAN JERUZALEM
4e eeuw na Christus - Heilige Cyrillus van Jeruzalem
Cyrillus van Jeruzalem (315-386) was een vooraanstaande theoloog en aartsbisschop van Jeruzalem in de vroege kerk.
Hij schreef zijn beroemde 23 catechetische lezingen (in het Grieks, Katecheseis) terwijl hij nog een presbyter was in het jaar 347 of 348. Zijn werkinstructies omvatten de belangrijkste onderwerpen van het christelijk geloof en de praktijk, die hij schreef in een populaire i.p.v. een wetenschappelijke stijl.
Foto:wikimedia commons
Foto:wikimedia commons
CODEX SYRIAC 1
462 AD - Origineel werd geschreven in Caesarea rond 313 AD
De nationale Bibliotheek van Rusland, herbergt de Codex Syriac, een vroege kopie van 'Kerkgeschiedenis' geschreven door Eusebius van Caesarea. Eusebius werd de bisschop van Caesarea Maritima ongeveer 314 na Christus. He was een geleerde van de bijbelse canon en wordt beschouwd als een van de meest geleerde christenen van zijn tijd. Het exemplaar van Eusebius 'Church History', de Codex Syriac, is gedateerd door ene 'Colofon; tot het jaar 462 AD. Volgens Andrew Louth werd de oorspronkelijke kerkgeschiedenis voor het eerst gepubliceerd in 313 en zeker vóór 325 AD aangezien een deel ervan (boek X) is opgedragen aan Paulinus, de aartsbisschop van Tyrus die stierf vóór 325 na Christus. Eusebius had toegang tot de Theologische Bibliotheek van Caesarea en maakte gebruik van vele kerkelijke documenten, brieven en (uittreksels van) eerdere geschriften. (Meer info over joods-christelijke evangeliën )
REHOV MOZAIEK
Foto:Talmoryair
3e-6e eeuw na Christus
De Mozaïek van Reḥob, ook bekend als de Tel Rehov-inscriptie (& Baraita of the Boundaries), is gedateerd op 3e-6e eeuw n.Chr. en werd gevonden bij de oude synagogue in de buurt van Tel Rehov . Het is de grootste en belangrijkste inscriptie van alle gevonden vloermozaïeken in Israel. De tekst, geschreven in het Hebreeuws, komt uit de Yerushalmi Talmoed. De tekst behandelt details van het sabbatsjaar (shmita), landbouw en levert een grote bijdrage aan de geografische geschiedenis van de Joodse vestiging in Israël in de periode van Talmoed.
De vertaling van de tekst is:
"Shalom. Deze vruchten zijn verboden in Beit She'an tijdens dit zevende jaar, maar tijdens andere jaren van de zevenjarige cyclus worden ze vertiend als demai-product: komkommers, watermeloenen, musk, pastinaak (wortels), munt die door zichzelf is gebonden, erwten met zwarte ogen die zijn gebonden met biezen, wilde prei tussen Shavuot en Chanoeka de zaadkorrels, zwarte komijn sesam, mosterd, rijst, komijn dired lupine grote erwten die per maat worden verkocht, knoflook, lente-uitjes van de stad die per maat worden verkocht, druif hyacinten laatrijpe dadels, wijn, [olijfolie], op het zevende jaar zijn de wetten van het zevende jaar [op hen] van toepassing; in de [andere] jaren van de zevenjarige cyclus worden ze vertiend als demai-productie, en [als er] een brood was, het deeggedeelte (Hebr. allah) is altijd [ervan gescheiden].
'JERUZALEM OF SABBAITE TYPIKON'
5e - 8e eeuw na Christus
Een Typikon (betekent "voorgeschreven vorm") is een liturgisch boek. De Jerusalem Typikon is geschreven door Saint Sabbas (of Savas) de geheiligde (439-532), een Cappadocisch-Griekse monnik, priester en heilige, woonde voornamelijk in Israël. Hij was de oprichter van verschillende kloosters, met name degene die bekend staat als Mar Saba . De naam van de heilige is afgeleid van: Hebreeuws betekent "oude man".
De standaardisatie van wat later de Byzantijnse monastieke eredienst werd, begon met Sint Sabbas die het ambt vastlegde zoals het in zijn tijd in het gebied rond Jeruzalem werd uitgeoefend, en doorgaf wat hem was overgeleverd door St. Euthymius de Grote (377–473) en St. Theoktistos (ca. 467). Mar Saba & Jeruzalem was in die tijd een belangrijk centrum van zowel bedevaart als kloosterleven, en als gevolg daarvan werd de dagelijkse cyclus van diensten sterk ontwikkeld. St. Sophronius, patriarch van Jeruzalem (560-638) herzag de Typikon en het materiaal werd later uitgebreid door St John Damascene (ca. 676 – 749). Deze ordening van diensten werd later bekend als het Jeruzalem of Sabbat Typikon. Het gebruik ervan werd verder gestold toen de eerste gedrukte typikon in 1545 werd gepubliceerd. Het wordt nog steeds wijdverbreid gebruikt door de meeste Byzantijnse kloostergemeenschappen over de hele wereld, evenals in parochies en kathedralen van Oost- of Russisch-orthodoxe kerk.
(foto Wikimedia commons)
Foto:Alexjds
CODEX CLIMACI RESCRIPTUS
6e-8e eeuw na Christus - Israël
De Codex Climaci Rescriptus is een Grieks manuscript uit de 7e-8e eeuw van het Nieuwe Testament en een 6e-eeuws Aramees manuscript van het Oude en Nieuwe Testament. Deze Codex is "de naaste overgebleven getuige van de woorden van Jezus Christus". Het bewaart de evangeliën in het dialect van het Aramees dat het dichtst in de buurt komt van wat hij zelf sprak, en in tegenstelling tot alle andere vertalingen, werden die hier gecomponeerd met een levende Aramese traditie gebaseerd op het Heilige Land." Het Aramese palimpsest-manuscript werd waarschijnlijk in Judea geschreven, Israël, in de zesde eeuw ADVERTENTIE.
CODEX CLIMACI RESCRIPTUS
6e-8e eeuw na Christus - Israël
De Codex Climaci Rescriptus is een Grieks manuscript uit de 7e-8e eeuw van het Nieuwe Testament en een 6e-eeuws Aramees manuscript van het Oude en Nieuwe Testament. Deze Codex is "de naaste overgebleven getuige van de woorden van Jezus Christus". Het bewaart de evangeliën in het dialect van het Aramees dat het dichtst in de buurt komt van wat hij zelf sprak, en in tegenstelling tot alle andere vertalingen, werden die hier gecomponeerd met een levende Aramese traditie gebaseerd op het Heilige Land." Het Aramese palimpsest-manuscript werd waarschijnlijk in Judea geschreven, Israël, in de zesde eeuw ADVERTENTIE.
Foto:Denysmonroe81
APOCALYPSE OF ZERUBBABEL
770 - Probably Tiberias
Sefer Zerubavel, also known as the Book of Zerubbabel or the Apocalypse of Zerubbabel, is a medieval Hebrew text written around the early seventh century CE. It adopts the style of biblical visions, reminiscent of works like Daniel and Ezekiel. The narrative is attributed to Zerubbabel, a significant figure in Israel's history as the descendant of King David.
In this text, Zerubbabel is depicted receiving a visionary revelation that outlines various figures and events associated with the restoration of Israel, the End of Days, and the eventual establishment of the Third Temple. It is believed that the groundwork for this book was laid in Palestine between 629 and 636 CE, a period marked by the Byzantine–Sasanian War of 602–628, which fueled Messianic expectations among the Jewish population, including the author of Sefer Zerubavel. The Book of Zerubbabel exists in several manuscript and printed versions. The oldest known manuscript copy is believed to be a part of a prayer book dating back to around 840 CE.
PACT VAN UMAR
7e-9e eeuw - Jeruzalem
Het Pact van Umar, een document dat naar verluidt is ondertekend door de tweede kalief, Umar I (634-44), is de bron van de beperkende voorschriften voor niet-moslims die zijn ingebed in de shari'a of islamitisch recht. Onder shari'a, zowel joodse als christelijke minderheden ('dhimmi' betekent letterlijk 'beschermde volkeren') hebben de vrijheid om in moslimlanden te blijven, maar zeer beperkte vrijheid en geen vrijheid om te rekruteren. Bekeringen kunnen alleen tot de islam zijn, niet er vanaf. Het pact van Umar is moeilijk vast te pinnen op een datum. Het kan al in 673 zijn ontstaan, nadat de moslims het christelijke Syrië en Israël hadden veroverd. Volgens het Grieks Orthodoxe Kerk, In 637, na een lang beleg van Jeruzalem, Patriarch Sophronius gaf Jeruzalem over aan kalief Umar, maar verzekerde het verbond of het pact van Umar. dit 'verdrag' erkende christelijke rechten op bescherming. Maar geleerden dateren de tekst in zijn huidige vorm tot ongeveer de negende eeuw. Het pact is zogenaamd geschreven door de overwonnen christenen zelf. Daarin ontvangen die christelijke onderdanen dankbaar de bescherming van hun moslimmeesters en stemmen in ruil daarvoor in met bepaalde religieuze en sociale vrijheidsbeperkingen.
Sommige commentatoren schrijven over de positieve kant van dit 'Pact'. Anderen richten zich op de negatieve kant van deze vrijheidsbeperking. ( zie bijvoorbeeld dit artikel ). Het is duidelijk dat het hoogstens geen pact van gelijke rechten is om de niet-moslimbevolking te sparen.
ARMENIAN GOSPELBOOK FROM JERUSALEM
Another Gospelbook in the Library of Congress from Urmia, Iran: the 18th century Ewangeliyon (The Assyrian Gospel).
770 - Jerusalem (Now Library of Congress)
This Gospel book (See link) represents the oldest among the Armenian manuscripts housed in the Library of Congress. Its content comprises the text of the Gospels, which was meticulously transcribed in the year 770 of the Armenian era (1321) by Nerses the Abbot in Jerusalem.
The translation of the Bible into Armenian occurred in the early fifth century, shortly after the creation of the Armenian alphabet between 407 and 412. Tradition attributes it to Mesrob Mashtots (circa 361-440), the revered figure behind the Armenian alphabet's development, along with Isaac (Sahak) the Catholicos and their assistants. Remarkably, this monumental task was accomplished prior to the convening of the Ecumenical Council of Ephesus in 431. The present manuscript is an 'awetaran', containing only the four Gospels, a popular literary genre cherished by the Armenian people.
OLDEST DOCUMENTS OF THE CAIRO GENIZAH
872/73 - Jerusalem
According to rabbinic law holy books that can no longer be used (because age or other reasons) cannot be destroyed or casually discarded: texts containing the name of God should be buried or, if burial is not possible, placed in a sacred storeroom (genizah). For a thousand years, the Jewish community of Fustat (Old Cairo), placed their worn-out books and other writings in a storeroom (genizah) of the Ben Ezra Synagogue. Not only religious works were stored but also secular works and documents used in daily lives of the Jews: letters, marriage contracts, medical books, trade documents and Arabic fables and works of Sufi and Shi'ite philosophy. So practically every kind of written text produced by the Jewish community. Therefor the Genizah Collection presents an unparalleled insight into the medieval Jewish world. Great sites to search this fabulous source is Princeton Genizah project or the Cambridge Digital Library!
The oldest document is a bill for a of divorce, copied from a bill dated 872/73 CE, in Jerusalem that was named "The 'oldest dated document of the Cairo Genizah'.
Another remarkable letter is from the Persian Yeshiva in Pumbdita that also mention the Persian Yeshiva in Sura. The letter dating to 850 is even older and shows the fascinating connections between different Jewish communities in the Diaspora.
ALEPPO CODEX
920 AD - Tiberias Israël
De Aleppo-codex, een middeleeuws gebonden manuscript van de Hebreeuwse Bijbel werd in de 10e eeuw na Christus in de stad Tiberias (Galilea) geschreven (circa 920). Het is de oudste Hebreeuwse Bijbel die bevat: ook de klinkers (Dodenzeerollen hebben geen klinkers) in de wereld en werd door Maimonides onderschreven vanwege zijn nauwkeurigheid. Samen met de Leningrad Codex die in Caïro is geschreven, bevat het de Ben Asher Masoretische traditie. Ben Asher maakte deel uit van een groep Joodse schriftgeleerden die Masorieten werden genoemd. Zij creëerde een systeem van punten en streepjes, nikkudot of klinkeraanwijzingen genaamd, en voegde deze toe aan de Hebreeuwse tekst. Deze klinkeraanwijzingen dienden om de klinkers aan de tekst te leveren om de uitspraak te codificeren. (Vóór deze codex moest de Bijbel uit het hoofd worden geleerd!) De Masorieten namen ook aantekeningen op in de marge van de tekst.
De codex werd vijf eeuwen bewaard in de Centrale Synagoge van Aleppo totdat de synagoge in 1947 tijdens anti-joodse rellen in brand werd gestoken. In de volgende tien jaar bleef het lot van de codex onduidelijk toen het weer opdook in Israël in 1958, ongeveer 40% van het manuscript - inclusief het grootste deel van de Torah sectie — ontbrak. Alleen sindsdien zijn twee extra bladeren teruggevonden. Misschien zijn de andere pagina's nog steeds in particuliere handen, aangezien de codex de verbranding van de synagoge heeft overleefd.
Alle nieuwe versies van de Hebreeuwse Bijbel zijn gebaseerd op de Aleppo en Leningrad Codex (de Leningrad Codex wordt nu gebruikt als de gezaghebbende tekst voor de ontbrekende delen).
(foto: met dank aan wikimedia commons)
Foto door;OHAYON AVI
10TH CENTURY JERUSALEM
10th Century - Jerusalem
From the 10th century the Cairo Genizah reveals some fascinating documents:
-
A Ketubah (marriage contract) from the late 10th century Jerusalem that mentions the name of the Groom: Yehuda b.ʿAmram, and the Bride: Sutayt bt. Shemuel Gaʾon.
-
Letter sent from Jerusalem to Egypt/Cairo. In Hebrew. Asking for support for the poor and the scholars of the community of Jerusalem. The sender describes his journey to Jerusalem by way of Gaza. He describes the difficult state of the community in Jerusalem, including allegations that they owe money to the government.
CODEX SASSOON
10th century AD - Syria & Tiberias
The Codex Sassoon is the oldest nearly complete Hebrew bible in the World. Carbon dating revealed it was written in late 9th to early 10th century. The codex contains the 24 books of the bible with only 12 pages that are missing. In the 11th century it was sold by Khalaf ben Abraham, assumed to be a near eastern businessman active in the region of Palestine and Syria, to Isaac ben Ezekiel al-Attar. In the 13th century, it was dedicated to a synagogue in Makisin, Syria but latered ended up in private collections. The Codex Sassoon contains faithful notes of the Masorah, commentary that ensures the biblical text’s proper inscription and recitation. One such note refers to “the great teacher, Aaron ben Moses ben Asher” and his work on al-taj, the traditional honorific of the Aleppo Codex, suggesting the Masorete scribe who copied the Masorah of Codex Sassoon may have consulted the revered volume when it resided in Tiberias or Jerusalem in the 10th or 11th century.
SEFER DIKDUKEI HA-TE'AMIM
9th -10th century AD - Tiberias
Sefer Dikdukei ha-Te'amim, written by the Jewish Scribe Aaron Ben Mozes Ben Asher is a collection of grammatical rules and masoretic information. Grammatical principles were not at that time considered worthy of independent study. The value of this work is that the grammatical rules presented by Ben-Asher reveal the linguistic background of vocalization. The book was first published in Biblia Rabbinica edited by Pratensis, the format later called Mikra'ot Gedolot (1516–18), and again in 1879 by S.I. Baer and Strack, who edited the material according to topics, in a manner different from that in the first edition. Until recently all studies relating to Ben-Asher's system of grammar and masorah were based on this edition. A. Dotan's edition (1967), which includes a commentary and studies on the content of the book, changed the previous conception of Dikdukei ha-Te'amim as it had been understood for 90 years. Many of the phonological and morphological topics which had been commonly attributed to Dikdukei ha-Te'amim are not included. The main theme discussed in the book is the relationship of the biblical accents to the rules of vocalization and pronunciation. The sheva and its pronunciation play a major part in this work.
AL-MUQADDASI
10th Century
Al-Maqdisī or al-Muqaddasī who lived from 945/946 – 991, was a medieval Arab geographer and author of Aḥsan al-taqāsīm fī maʿrifat al-aqālīm (The Best Divisions in the Knowledge of the Regions), as well as author of the book, Description of Syria (Including Palestine).
Aḥsan al-taqāsīm describes in detail all the places and regions al-Maqdisi had visited. Al-Maqdisi gave detailed insights into the region's population, their way of life, the local economy and climate and he paid special attention to Jerusalem.. He described the city's people and customs, focusing on its Muslims, but also its Christian and Jewish communities, whose significant presence he lamented: " I Learned men are few and the Christians numerous, and the same are unmannerly in public places… Everywhere the Christians and the Jews have the upper hand, and the mosque is void of either congregation or assembly of learned men.”
WASHINGTON PENTATEUCH
1000 AD - Tiberias
The Washington Pentateuch (WP) stands as one of the oldest and most complete Jewish Bible manuscripts within the United States. Dating back to around the year 1000, it encompasses the entirety of the Pentateuch, comprising the five foundational books from Genesis through Deuteronomy. The manuscript was acquired by a Karaite Jewish community in Yevpatoria, Ukraine. It was gifted in 1835 to Gabriel, the Archbishop of Kherson (southern Ukraine) and after transfer via Moscow and London the Bible was donated in 2018 to the Museum of the Bible in Washington.
While the majority of its content remains intact, the final 10 folios were lost at some point and substituted with folios from another manuscript scribed in 1141 by Joseph ben Jacob, as indicated by his colophon on f. 245r. Although these added pages hail from medieval Egypt, the manuscript's predominant association seems to lie with Tiberias, evident from its writing style and utilization of the Tiberian Masoretic system. Notably, manuscripts like the WP are often dubbed "Masoretic Bibles" owing to their inclusion of the masorah—a comprehensive system of annotations—and their origin during or near the Masoretic era (AD 700–1000).
GOSPEL BOOK ("EVANIS" GOSPELS)
1050-1100 AD- Possibly Mar Saba Monastery
A Gospel Book, also known as Evangelion or Book of the Gospels (Greek: Εὐαγγέλιον, Evangélion), refers to a codex or bound volume that contains one or more of the four Gospels found in the Christian New Testament. Typically, these volumes include all four Gospels and focus on the life of Jesus. Beginning in the 4th century, Gospel Books were created primarily for liturgical purposes, serving in religious ceremonies. Additionally, they were utilized for private study and often served as ornate "display books," adding ceremonial and decorative elements to religious settings.
The Gospel book from the museum of the Bible in Washington was created between AD 1050 and 1100, and was possibly created at the St Sabas monastery. Another example is the 11th Panagios Taphos 56, also containing the Four Gospels from the Greek orthodox and Armenian Patriarchate of Jerusalem (see link).
11TH C. JERUSALEM, RAMLA, ASHKELON, CAESAREA, TIBERIAS & HEBRON
Medieval document of the Yerushalmi Talmud found in the Cairo Genizah, Wikimedia commons
The Cairo Genizah showed remarkable manuscripts or fragments dating from the 9th century until 1947. Four 11th century examples:
- Letter from Jerusalem dating to 1004, describing a debt 'drawn up in the ''high court" between two brothers, both Kohanim, Hiba b. Ghālib and Yisraʾel b. Ghālib'.
- The famous ‘Ramla earthquake letter’ written in Hebrew in 1033 which describes the disaster that struck ‘all the land of Palestine, in the fortified towns and the rural villages alike, even in all the coastal fortresses up to the fortress of […] and in all the towns of the Negev and in the hill country as far as Jerusalem, and in all the towns up to Shechem and the villages as far as Tiberias, and in all the […] of the hills of Galilee and all of the Land of Israel.'
- Part of a letter, c. 1025 CE, from the Jewish community in Ashkelon, to the Palestinian and Babylonian congregations in Fusṭāṭ)
- A letter from the Yeshiva to the community of Hazor (Caesarea), 1025 AD.
- A Hebrew Letter from Shelomo Ha-Kohen b. Yosef from Dalton, to Hillel Ha-Ḥaver b. Yeshua Ha-Hazzan, Tiberias, dated to approximately 1030.
- Hebrew letter dated to 1034 from Tiberias to Fusṭāṭ, regarding help for the leper community in Tiberias.
- Part of a letter, c. 1035 AD, written by the Gaʾon Solomon ‘the humble’ b. Judah, in Jerusalem, regarding disputes between Karaites and Rabbanites.
- A rhymed letter to Solomon b. Judah (Gaʾon), mentioning Judah b. Samuel, with magical symbols on the letter.
- Letter from Saadya b. Avraham in Hebron to Yeshu'a b. Yakhin in Fustat, dated to approximately 1080.
Ben Ezra synagogue in Cairo (Dirk-Pieter Mellema)
11TH C. KETUBBOT - SAFED, ACRE, RAMLA, & TIBERIAS
1023 -Safed/1006 Ramla
An extremely rare 1,000-year-old ketubbah, inscribed in Aramaic was on exhibit in the National Library in Jerusalem. The Jewish marriage contract dates from November 28, 1023. The document found in the Cairo Genizah is especially significant as it provides concrete evidence of a Jewish community, in the city of Safed in the 11th century. Of similar importance are these Ketubbah:
-
The Karaite Ketubbah from Ramla written in Hebrew dating to 1006
-
Fragment of a ketubba mentioning that the bride would move from Tyre to Akko, ca. 1028-1037
-
The Aramaiac Marriage contract from Tiberias (called Tiberias Colonia) dated to 1035.
Example of a Kettub from Venice, 1750 depicting Jerusalem. For the Kettubah from Safed click on the link.
CODEX CAIRENSIS
11th century - Tiberias
The Codex Cairensis, also known as the Codex Prophetarum Cairensis or the Cairo Codex of the Prophets, is a Hebrew manuscript that comprises the entire Nevi'im (Prophets) section of the Hebrew Bible. This includes the Former Prophets (Joshua, Judges, Samuel, and Kings) as well as the Latter Prophets (Isaiah, Jeremiah, Ezekiel, and the Twelve Minor Prophets).
According to its colophon, the manuscript was meticulously written, complete with punctuation, by Moses ben Asher in Tiberias, "at the end of the year 827 after the destruction of the second temple" (equivalent to the year 895 CE, during the reign of Al-Mu'tadid). Initially presented to the Karaite community in Jerusalem, it fell into the hands of the Crusaders as spoils of war in 1099. Subsequently, it was later redeemed and returned to the possession of the Karaite community in Cairo. Traditionally regarded as "the oldest dated Hebrew Codex of the Bible that has survived," recent scholarly investigation suggests a probable 11th-century origin rather than the date inscribed in its colophon, which states 895 CE. Also other scolars stated that the Codex Cairensis seems to be closer to ben Naphtali than to Aaron ben Moses ben Asher.
MEGILLAT AHIMAAZ
Depiction of the family tree mentioning Paltiel and Ahimaaz Ben Paltiel and his sons.
1054 - Italy
The Scroll of Ahimaaz, according to Ahimaaz Ben Paltiel was written in 1054 and is composed in rhymed prose. It described the history of his family starting with the Roman destruction of the Second Temple and the exile of Palestinian Jews to Italy in the first century. It also covers the ninth and tenth centuries, during which the author’s ancestors held leadership positions in their communities and were renowned poets. Ahimaaz work provides valuable information. He was a relative of Paltiel who lived until 975. Paltiel was an astrologer, physician, and statesman at the court of the Fatimid caliph al-Muʿizz. Originally from Oria, Italy, his skills caught al-Muʿizz's eye after the caliph conquered the city in 962. Impressed, al-Mu'izz made Paltiel his top advisor.
Ahimaaz, who live from 1017 until 1060 in Capua, Italy mentions Paltiel in the scroll of Ahimaaz and called Paltiel a 'nagid'. It seems that this was the first time this title, suggesting leadership among Egyptian Jews, was used. According to the Ahimaaz scroll, Paltiel supported the Jewish communities in the diaspora generously. He donated large sums to support the scholars and the Yeshiva in Jerusalem and to the academy of the geonim and jewish communities in Babylon. When his parents died Paltiel brought his parents' remains to Jerusalem in caskets. Remarkably, Paltiel's descendants continued his legacy by served as court physicians to the Fatimid caliphate for four generations.nerations.
SAMARITAANSE PENTATEUCH
De traditie zegt dat de Abisha Torah-rol dateert uit 1065 na Christus en een kopie was van de De Thora gaat terug naar de oorspronkelijke geschriften van Mozes en werd door de Samaritanen bewaard nadat de Babyloniërs veel Joden in ballingschap hadden gevoerd.
Deze foto toont de Samaritaanse Hogepriesters (Kohen Gadol) Yaakov ben Aharon die de hogepriester was van 1896 tot 1916. De foto is van 1905 en toont hem met een oude Pentateuch in Nablus. Volgens de Samaritaanse religie Samaritanen verwerpen alle geschriften behalve de Pentateuch die hun heilige geschrift is. In de tekst bij deze afbeelding staat: "We kijken in de ogen van de belangrijkste vertegenwoordiger van een religieuze sekte, een van de oudste en zeker de kleinste ter wereld... Ze beweren dat ze de rechtstreekse afstammelingen zijn van de Israëlieten van weleer, van een overblijfsel dat werd achtergelaten toen de stammen werden in Syrische gevangenschap gevoerd... Het lijdt geen twijfel dat zij de vertegenwoordigers zijn van de Samaritanen uit de tijd van Christus, voor wie de Joden zo'n dodelijke haat koesterden.Hier wordt met jaloerse zorg deze oude kopie van de Pentateuch die voor ons ligt - een van de oudste exemplaren die er zijn. We hadden het in geen geval kunnen zien, behalve in aanwezigheid van deze hogepriester.'
ACCOUNT OF THE JEWS FROM JERUSALEM SURVIVING THE CRUSADER CONQUEST
1100 - Ashkelon
Despite the popular narrative depicting the Crusaders' conquest of Jerusalem as a brutal massacre of all Muslims and Jews, historical accuracy suggests a somewhat different perspective. Surviving letters from the Cairo Genizah shed light on this matter. The text from a letter from 1100 not only describes the jews that survived the crusader conquest but also the readful plagues and diseases that afflicted the inhabitants of Ashkelon:
"The letter also explains that the fortified city of Ashqelon had not yet fallen, but the residents are struggling to cope with an influx of refugees and the need to make large payments to the Crusaders to ransom back Jewish captives - men, women and children - as well as books and scrolls pillaged from the synagogues of the Holy Land. Despite the terrible circumstances, they take solace in the fact that that the Crusaders appeared not to have mistreated the women. The writers report that they had received the suftaja (bill of exchange), at least the second substantial donation from the Jews of Fustat to the campaign to redeem captives and books. This letter is a request for further donations. The community in Ashqelon had spent over 500 dinars; ransomed over 40 captives; continues to bear the high expenses of caring for the 20 redeemed captives who remain in Ashqelon; and is now in debt for more than 200 dinars. The writers also mention Jews who had escaped from Jerusalem on their own, and others who had been given safe-conduct with the wālī. Of the refugees who arrived in Ashkelon, many had died of the epidemic they encountered there: "The attacks of these illnesses (amrāḍ), the falling of that plague (wabā'), that pest (fanā'), that disaster (balā')" (recto, lines 17–19); later, describing how the refugees perished, "Some of them arrived here healthy, and the climate turned against them (ikhtalafa ʿalayim al-hawā'), and they arrived at the height of that plague (wa-waṣalū fī ʿunfuwān dhālik al-wabā'), and many of them died".
MELISENDE PSALTER
1135 AD - Gemaakt in de Heilig Grafkerk (nu British Library)
De Melisende Psalter dat momenteel wordt bewaard in de Brits Bibliotheek (Eggerton Collection) is een prachtig voorbeeld van Crusader-kunst. Een Psalter is een combinatie van het boek Psalmen, een liturgische kalender en Gebeden. Het Melisende Psalter combineert Katholieke en Grieks-orthodoxe invloeden met de Armeense kunst van een verlucht handschrift . Het was gemaakt in 1135 door zeven schriftgeleerden en verlichters, waarschijnlijk door koning Fulco voor zijn vrouw koningin Melisende. De kunstenaar werkte in de Heilig Grafkerk aan de totstandkoming van het psalter. De kerk werd gerestaureerd door koningin Melisende, net als andere christenen gebouwen in Jeruzalem
'DESCRIPTIO DE LOCIS SANCTIS'
Around 1130 - Galilee or Nazareth
Rorgo Fretellus was a Frankish priest who was born in France and moved to live in the Kingdom of Jerusalem. He became chancellor of the Principality of Galilee and in 1121 he was a canon of the Archdiocese of Nazareth. His work, the 'Descriptio de locis sanctis', composed around 1130, became a widely famous description of the Holy places during the crusaders rule. Over a hundred manuscripts are found that confirm this popularity. In his Latin description he used both the names Judea and Palestine: "The city of Jerusalem is situated in the hill-country of Judea, in the province of Palestine".
Cover of the 1880 Hebrew language Warsaw edition of the Kuzari.
KUZARI - BOOK OF THE REFUTATION AND PROOF ON BEHALF OF THE DESPISED RELIGION
1139 - Spain
The Kuzari written in 1139 is one of the most famous works of the Spanish-Jewish poet and philosopher Judah Halevi. The Book was written in Arabic and translated by Judah ben saul ibn Tibonin in Hebrew. completed in the Hebrew year 4900 (1139-40CE). Judah Halevi became a good friend of Moses ibn Ezra from Granada. While living most of his live in Spain, Judah Halevi travelled to Cairo to meet the Nagid, Samuel Ben Hananiah and then travelled in May 1141 to Jerusalem. It the exact date and place are unclear. he seems to have died in July or August in the same year, according to a letter from Halfon ben Netanel, written in November 1141. Judah's religious poetry and writings express a passionate attachment to the land of Israel/Zion for example in a passionate song about Jerusalem. Not only was the Holy Land the place where all Jews would one day gather after the return of the Messiah but also travelling to and living in the land of Israel would also hasten the coming of the Messiah. Many (parts of) the writings by Judah Halevi can be found in the National Library of Israel
SAMARITAN TORAH SCROLL
Around 1160 - Nablus
This scroll was likely written by the scribe Shalmah Ben Abraham around 1160 in Nablus, where many Samaritans still live. It contains Genesis 1:1–Exodus 9:35 in the Samaritan Hebrew script and is one of the oldest surviving Torah scrolls from the Samaritan religious tradition. The Hebrew scroll is part of the magnificent collection of the Museum of the Bible in Washington.
An example of a Samaritan Torah Scroll , photo by Anat BMW
12TH CENTURY DOCUMENTS OF THE JEWS IN JERUSALEM, HEBRON. ASCALON & BANYAS
Map of Jerusalem, 12th Century, Wikimedia Commons
The Cairo Genizah has revealed the fascinating ties between the Jewish communities in Egypt and Holy land. Examples from the 12th. century shown that many Jews seems to have fled from Jerusalem and Hebron to the Jewish Community in Egypt. Also evidence of the Jewish communities in Ascalon and Banyas emerge.
-
An early 12th century letter from Avraham b. Saadya the Hebronite from Bilbays to Yiṣḥaq b. Shemuel the Sefaradi in Fustat. The letter mentions the rebuilding of a synagogue in Bilbays (Egypt) for the Jewish refugees from Hebron. A Muslim judge objected to the construction of the new synagogue, so the community tactically rebranded their construction as a ‘home’, to which the judge had no objection.
-
A list dated to 1159 AD with the inventory of silver vessels and expensive fabrics belonging to the two synagogues in Fustat, which were given to Maḥfūẓ, the beadle of the Jerusalemite synagogue.
-
Legal document validated in Fustat in the court of the synagogue of the Palestinians, which describes itself as acting on behalf of the High Court of the Yeshiva of Jerusalem which had now moved to Cairo.
-
A Letter from Ṭoviya b. ʿEli ha-Kohen, in Fustat, to his father ʿEli b. Avraham ha-Kohen, in Banyas/Dan dating to 1112 AD. Toviya tells about an epidemic in 1111AD and asks his father to come to Fustat.
-
Aramaic papers describing payments and leaseagreements from Ascalon dated between 1120 and 1146 AD.
'REISVERSLAG' BENJAMIN TUDELA
12de eeuw
De Book of Travels, een reisverslag van Benjamin Tudela is een uniek geschenk voor historici. Er is geen algemeen verslag van de mediterrane wereld of van het Midden-Oosten in het midden van de twaalfde eeuw dat in belang dat van Benjamin van Tudela benadert, zowel voor de joodse als voor de algemene geschiedenis.
Hij geeft de afstanden aan tussen de verschillende steden die hij bezocht, vertelt wie aan het hoofd stonden van de joodse gemeenschappen en wie de meest vooraanstaande geleerden waren. Hij geeft het aantal joden op dat hij in elke plaats aantrof, hoewel het in veel gevallen niet duidelijk is of hij het heeft over individuen of huiseigenaren, en in sommige gevallen, zoals in Bagdad, lijken de cijfers overdreven. Hij wijst op economische omstandigheden, beschrijft de activiteit van kooplieden uit verschillende landen in Barcelona, Montpellier en Alexandrië, en spreekt vaak over de bezigheden van de Joden: de ververijen in Brindisi, de zijdewevers in Thebe, de leerlooiers in Constantinopel en de glasbewerkers in Aleppo en Tyrus.
Een deel van zijn reizen ging door de Land van Israël, dat nog steeds onder de heerschappij van de kruisvaarders stond. Hij doet verslag van de massamoorden door de kruisvaarders op joden en andere wanhopige overlevende joden die hij 'rouwenden van Jeruzalem' noemde.
Hij reisde door het hele land en gaf een gedetailleerd verslag van de heilige plaatsen
NACHMANIDES BRIEF AAN ZIJN ZOON
13e eeuw Acre
Nachmanides (1194-1270), bekend als de "Ramban") was een vooraanstaande middeleeuwse joodse geleerde, sefaridische rabbijn en bijbelcommentator, kabbalist en filosoof. Hij woonde het grootste deel van zijn leven in Girona, Spanje en hij ook beschouwd als een belangrijke figuur in het herstel van de Joodse gemeenschap in Jeruzalem na de vernietiging door de kruisvaarders in 1099. In 1267, toen hij al 72 jaar oud was, Nachmanides arriveerde in de havenstad Akko. Na een kort verblijf reisde hij naar Jeruzalem, waar hij werd getroffen door de verwoesting ervan. Gebouwen waren vervallen en verlaten. In een brief aan zijn zoon schreef Nachmanides: Velen zijn [Israëls] verlaten plaatsen, en groot is de ontheiliging. Hoe heiliger de plaats, hoe groter de verwoesting die het heeft geleden. Jeruzalem is de meest verlaten plek van allemaal.
Toch zag Nachmanides hoop. Hij herinnerde zich de Torah-verzen (Levitus 26:32-33) waarin God Israël beschrijft tijdens de periode van ballingschap: Zo verwoest zal ik het land verlaten, dat uw vijanden die daar wonen verbaasd zullen zijn... Uw land zal woest blijven, en uw steden in puin.
(foto Wikimedia Commons: Brief van Nachmanides aan hus op de muur van de Ramban Synagoge in Jeruzalem)
NACHMANIDES BRIEF AAN ZIJN ZOON
13e eeuw Acre
(picture by Deror Avi, Wikimedia Commons: Letter of Nachmanides to his son, Ramban Synagogue, Jerusalem)
Nachmanides (1194-1270), bekend als de "Ramban") was een vooraanstaande middeleeuwse joodse geleerde, sefaridische rabbijn en bijbelcommentator, kabbalist en filosoof. Hij woonde het grootste deel van zijn leven in Girona, Spanje en hij ook beschouwd als een belangrijke figuur in het herstel van de Joodse gemeenschap in Jeruzalem na de vernietiging door de kruisvaarders in 1099. In 1267, toen hij al 72 jaar oud was, Nachmanides arriveerde in de havenstad Akko. Na een kort verblijf reisde hij naar Jeruzalem, waar hij werd getroffen door de verwoesting ervan. Gebouwen waren vervallen en verlaten. In een brief aan zijn zoon schreef Nachmanides: Velen zijn [Israëls] verlaten plaatsen, en groot is de ontheiliging. Hoe heiliger de plaats, hoe groter de verwoesting die het heeft geleden. Jeruzalem is de meest verlaten plek van allemaal.
Toch zag Nachmanides hoop. Hij herinnerde zich de Torah-verzen (Levitus 26:32-33) waarin God Israël beschrijft tijdens de periode van ballingschap: Zo verwoest zal ik het land verlaten, dat uw vijanden die daar wonen verbaasd zullen zijn... Uw land zal woest blijven, en uw steden in puin.
(foto Wikimedia Commons: Brief van Nachmanides aan hus op de muur van de Ramban Synagoge in Jeruzalem)
NACHMANIDES BRIEF AAN ZIJN ZOON
13e eeuw Acre
Pope Innocent known for his active persecution of the Jews in the 13th Century.
Nachmanides (1194-1270), bekend als de "Ramban") was een vooraanstaande middeleeuwse joodse geleerde, sefaridische rabbijn en bijbelcommentator, kabbalist en filosoof. Hij woonde het grootste deel van zijn leven in Girona, Spanje en hij ook beschouwd als een belangrijke figuur in het herstel van de Joodse gemeenschap in Jeruzalem na de vernietiging door de kruisvaarders in 1099. In 1267, toen hij al 72 jaar oud was, Nachmanides arriveerde in de havenstad Akko. Na een kort verblijf reisde hij naar Jeruzalem, waar hij werd getroffen door de verwoesting ervan. Gebouwen waren vervallen en verlaten. In een brief aan zijn zoon schreef Nachmanides: Velen zijn [Israëls] verlaten plaatsen, en groot is de ontheiliging. Hoe heiliger de plaats, hoe groter de verwoesting die het heeft geleden. Jeruzalem is de meest verlaten plek van allemaal.
Toch zag Nachmanides hoop. Hij herinnerde zich de Torah-verzen (Levitus 26:32-33) waarin God Israël beschrijft tijdens de periode van ballingschap: Zo verwoest zal ik het land verlaten, dat uw vijanden die daar wonen verbaasd zullen zijn... Uw land zal woest blijven, en uw steden in puin.
(foto Wikimedia Commons: Brief van Nachmanides aan hus op de muur van de Ramban Synagoge in Jeruzalem)
13TH CENTURY DOCUMENTS OF THE JEWISH COMMUNITIES IN JERUSALEM
13th century Ramban Synagogue in Jerusalem
The Cairo Genizah also showed the connections between communities in the Diaspora and Jerusalem and the revival of Jewish community in the 13th century:
-
Legal document (dated 1211 AD) concerning the community in Alexandria sending a sum of money to help repair an old synagogue in Jerusalem.
-
A letter dated to 1214 AD concerning the dispatch of gold from the Jewish congregation in Bilbays, to be delivered in Jerusalem to 'the synagogue of the Yemenite' and to 'the rabbis.'
-
Letter from the office of Avraham Maimonides, in Fustat, to the community of Alexandria. Dating: ca. 1220 AD. He instructs them to help a woman and her little daughter to get to Palestine, where she had another daughter. She was the divorcee of Futūḥ, the cantor in the Yemeni synagogue in Jerusalem.
-
Letter (dated 1227 AD) from Ṭāhir b. Maḥfūẓ, the retired beadle of the Babylonian synagogue in Fustat, in Jerusalem, to al-Shaykh al-Thiqa Hibat Allāh, in Fustat. In Judaeo-Arabic. The letter consists entirely of expressions of longing and regards, informing his friends and patrons in Fustat that he is now living in Jerusalem and that he is in good health.
-
Letter from the Mosul Nasi dated 1237 CE. Concerns in part a negotiation between members of the Jewish community and Christians about preventing Jews from entering Jerusalem. The writer mentions that the Christians welcomed him and his companions, and also mentions the town's ruler.
-
Part of a (badly-written) letter from Ḥananya b. Judah, to Yeḥiʾel the judge b. Elyaqim, inviting the Elyaqim to journey to Jerusalem and give his verdict in a legal matter.
'REISSGIDS VOOR PELGRIMS'
Middeleeuwen - mogelijk Franciscaanse gids
In de middeleeuwen lijken christelijke pelgrims naar het Heilige Land een soort gids te hebben gebruikt die ze gebruikten om een bepaald aantal heilige plaatsen te bezoeken en vaak in slechts tien dagen. Deze kennis is gebaseerd op reisverslagen van een groot aantal pelgrims die over hun reis schreven. Veel van deze reisverslagen gebruiken dezelfde woorden en vermelden de heilige plaatsen in dezelfde volgorde. Dit leidde tot een oude veronderstelling dat er een gemeenschappelijke bron moet zijn geweest die als een gids voor pelgrims was. Mogelijk is deze gids verkregen van de Franciscanen, die 800 jaar lang bedevaarten in het Heilige Land hebben begeleid en geleid. Josephie Brefeld slaagde erin het bestaan van deze brontekst te bewijzen door gebruik te maken van de statistische methode van 'Factor analysis'' voor de studie van 18 bedevaartstexten.
FLORENCE SCROLL
Bodleian University
14e eeuws Italië - Bedevaart naar Israël
De rol van Florence is een unieke boekrol uit de 14e eeuw die de pelgrimstocht van een Egyptische jood naar het land Israël documenteert. De rolmaat is bijna elf meter lang en heeft 130 afbeeldingen die vaak vergezeld gaan van inscripties. Het zijn illustraties van heilige plaatsen van Egypte tot Libanon. Samen creëren ze een unieke 700 jaar oude 'foto' van regio in die tijd. Het werk van deze middeleeuwse joodse kunstenaar-pelgrim geeft ook oude informatie over de gebruiken en tradities die verband houden met de bedevaart naar heilige plaatsen. Veel van deze sites werden en worden gedeeld door Joden, Christenen en Moslims.
(Afbeelding van een Hebreeuwse rol uit de Laurentian Library in Florence - wikimedia commons)
HEBREW LETTERS FROM EGYPT
14th century - Egypt/Jerusalem
Examples of 14th century letters form the Cairo Genizah & related to the Jews of Jerusalem:
-
A letter to Moses Qaṣṣāṣ in Jerusalem (dated to the c. 14th century. (Letter (T-S 13J21.32)
-
Letter writte in Judeo-Arabic by Joshua Maimonides, instructing the two congregations of Fusṭāṭ to arrange a collection for an old man called Yešuʿa who desired to travel to Jerusalem.
-
A Hebrew letter from [Hi]llel b. Yeshuʿa to Shela b. Bū l-Khayr ha-Kohen that probably did not date earlier than 14th century. The sender had left the addressee in charge of his property in Jerusalem, so that it would be ready for him upon his return, or if he wished to send something there.
Ben Ezra synagogue, Cairo (Dirk-Pieter Mellema
FLORENCE SCROLL
14e eeuws Italië - Bedevaart naar Israël
De rol van Florence is een unieke boekrol uit de 14e eeuw die de pelgrimstocht van een Egyptische jood naar het land Israël documenteert. De rolmaat is bijna elf meter lang en heeft 130 afbeeldingen die vaak vergezeld gaan van inscripties. Het zijn illustraties van heilige plaatsen van Egypte tot Libanon. Samen creëren ze een unieke 700 jaar oude 'foto' van regio in die tijd. Het werk van deze middeleeuwse joodse kunstenaar-pelgrim geeft ook oude informatie over de gebruiken en tradities die verband houden met de bedevaart naar heilige plaatsen. Veel van deze sites werden en worden gedeeld door Joden, Christenen en Moslims.
(Afbeelding van een Hebreeuwse rol uit de Laurentian Library in Florence - wikimedia commons)
(Picture of a Hebrew scroll from the Laurentian Library in Florence - wikimedia commons)
KAFTOR VAFERACH
14th century - Pilgrimage to Israel
Ishtori Haparchi is the writers name of the 14th-century Jewish physician, geographer and traveller, Isaac Ha Kohen Ben Moses. He was born in Tours in the Provence (France) in 1280 and he was a descendant from a line of sages and rabbis of fame. Kaftor VaFerach was the first Hebrew book printed on the geography of Palestine. this book of Ishtori mentions 180 locations from the Bible and Talmudic literature. Significant is the visit by Ishtori HaParchi of Huqoq then called in Arab Yakuk. This is also the site of the tomb of the biblical Habakuk. Ishtori mentions seeing a "synagogue with a very old floor" that might have been the Synagogue of Huqoq. This old synagogue according to recent research seems to consists of both a 12th century synagogue on top of the older synagogue dating to the 5th century.
Title page of Ishtori Haparchi's Kaftor VaFerach, Venice 1549 Photo: Chesdovi
15th century Abuhav synagogue in Safed
(Dirk-Pieter Mellema)
15TH CENTURY DOCUMENTS RELATED TO THE JEWS LIVING IN JERUSALEM & SAFED
15th century - Egypt
The Cairo Genizah also hold many documents that mention the Jews living in Jerusalem:
-
A marriage contract or ketubbah written in Aramaic from 1450, Jerusalem.
-
Hebrew letter from the Nagid Natan Sholal ha-Kohen, in Fustat to Moshe b. Yehuda, in Alexandria, mentioning help for the orphans of R. Avraham b. Ḥisān, who previously lived in Alexandria but moved to Jerusalem to live with their mother. The letter was dated before 1502 and perhaps after 1498, since Shalom b. Zaytūn lived in Safed before then. Another late 15th century hebrew letter was send to Natan Sholal and discussed Natan's property in Jerusalem and the books that he left behind him in 1481. (See links for source).
-
A Letter from Avraham Kohen written in Judaeo-Arabic and ating from the 15th century. The letter tells of the reports on the complaint of a teacher from Ṣafad who had settled in Gaza, to the effect that the local leader had incited the boys of the congregation (sibyan al-yahud) against him, a charge that the leader strongly denied.
-
A letter from A Karaite Jew in Jerusalem to Cairo
Link to this book (1992) with the letter of Rabbi Obadiah Ben Abraham Bertinoro (Bartenura).
PATHWAYS TO JERUSALEM, LETTERS OF BARTENURA
15th century - Israel/Italy
Rabbi Ovadiah Ben Abraham Bertinoro is well-known and highly respected because of his still used Hebrew commentary on the third century Mishnah. Born in Bartenura, Italy, sometime around 1445, he left his family in Italy and travelled to the holy Land in 1488. The letters he wrote to his brother and other contain highly valued historical descriptions of his travels and the Holy land and other countries like Greece or Egypt. Bartenura studied the conditions of the Karaites in Alexandria and praises them for the generosity and liberality he died not see when he met the Rabbanite Jews. He also described daily live in detail like for example the drinking of strong wine in Jerusalem and Gaza. This tragic tale about wine reveals also the way Jews and Christians were treated badly in this period: "a Muslim in Jerusalem murdered his own mother. When he was brought to trial, he claimed that he had acted under the influence of alcohol. The judges decided that the Jews and Christians were responsible, because they are the only ones who make wine. So the Jews were fined six golden florins, the Christians twelve florins - and the Muslim went free."
BEIT YOSEF & SHULHAN ARUCH
Beit Yosef is a comprehensive commentary on the Arba'ah Turim, citing and analyzing the Talmudic, Geonic, and major subsequent halachic authorities. It analyzes the theories and conclusions of those authorities cited by the Tur, and also examines the opinions of authorities not mentioned by him. Karo began the Beit Yosef in 1522 in what is now Turkey and finished it in 1542 at safed were the book was also published it in 1550–59.
The Shulhan Aruch was written in the mid 1500 in Safed by Joseph Caro. The Shulchan Aruch is an influential Jewish code of law (meaning the “set table”). Joseph Caro (1488-1575) was part of a Sephardic family that was expelled from Spain in 1492. Caro based his decisions in the Shulchan Aruch on three leading pillars of Jewish codification: The writings of Rabbi Isaac Alfasi ("Rif"), Maimonides (Rambam) and Rabbi Asher ben Jehiel. In cases of disagreement among those three, Caro usually followed the majority position.
Wikimedia Commons; public domain
Mid 16th Century - Safed, Israel
SEFER SAR SHALOM
Safed - 1579
The Sefer Sar Shalom is a commentary on the Songs of Songs written by Rabbi Samuel ben Isaac Aripul who was one of the greatest rabbi's of the sixteenth century. Sefer sar shalom on the Song of Songs stresses the ethical messages of the biblical text and was printed in Safed. When Eliezer Ashkenazi passed away in 1586 Hebrew book production in the Land of Israel came to a halt until 1832.
SHA'AR HA GILGULIM
16th century - Safed
Sha'ar ha Gilgulim (Gate of Reincarnations, שער הגלגולים) is a kabbalistic work on Gilgul, the concept of reincarnation put together by Rabbi Hayyim Vital who recorded the teachings of his master in the 16th century CE.
Hayyim ben Joseph Vital was a rabbi in Safed and the foremost disciple of Isaac Luria. He recorded much of his master's teachings.
'ABUHAV' TORAH
Rabbi Ya'acov Beirav wordt verondersteld de beroemde boekrol van de synagoge naar Safed te hebben gebracht. De Abuhav Synagoge-rol is de oudste in Safed en wordt geassocieerd met vele legendes en tradities. De 16e eeuw boekrol wordt opgesloten bewaard in de synagoge Torah Ark en wordt slechts drie keer per jaar gebruikt op Rosh Hashana, Yom Kippur en Shavuot. De synagoge heeft ook een tweede kostbare Thora-rol die door de 16e-eeuwse Marokkaanse kabbalist rabbijn Solomon Ohana naar de synagoge is gebracht.
16TH C. CONTACTS BETWEEN JERUSALEM, HEBRON, SAFED AND FUSTAT.
1567 - Jerusalem
The ancient synagogue in Jerusalem as depicted in the Casale Pilgrim, an anonymous 16th-century illustrated guide to the Holy Land. According to the Hebrew annotation, the image shows the synagogue attributed to Nachmanides. “In it are four pillars of marble. The gentiles destroyed it, but recently it was rebuilt by order of the king.” Wikimedia Commons
In the 16th and 17 th centuries the Jewish communities in Fustat (Egypt) supported the Jewish communities in Hebron, Safed and Jerusalem. This can be seen in many letters of the Cairo Genizah (see article).
-
A Hebrew letter from Eliezer Zussman in Jerusalem to his son describing a devastating earthquake in 1546, that killed a few people in Jerusalem but hundreds of people in Nablus! Among them 3 or 4 Jews. (see link)
-
A fascinating example is a letter send from Jerusalem and dated to 1567 AD. It was sent from Rachel b. Avraham Zussman of Prague, in Jerusalem, to her son Moshe, a scribe in Cairo. The first part of the letter was written in Hebrew and the second in Yiddish. She refers to her desperate financial situation as well as a plague that has afflicted both Jews and Arabs in Jerusalem.
-
Part of a letter, c. mid-16th century, from Abraham Sagis, in Jerusalem, to Joseph Qorqos, who is normally resident in Jerusalem but is currently visiting Egypt, regarding the distribution of funds sent to Jerusalem by various Egyptian donors, including the dignitary Shelomo Alashqar, from which support was also given to the Ashkenazi yeshiva and the recipient’s own yeshiva, both in Jerusalem.
-
A fundraising letter from the leaders of the Jewish community in Hebron to the leaders of the Jewish community in Egypt (16th-17th century). (see link)
-
A Kettubah from Safed dated to 1539 AD. (See link)
Sefer Emek haMelech verscheen voor het eerst in 1648 in Amsterdam.
SEFER EMEK HAMELECH
1648 - Gepubliceerd in Amsterdam
Rabbi Naftali Hertz Bachrach schreef in 1648 zijn boek Emek HaMelech. Het boek gaat over de kabbala, maar in de inleiding vermeldt de rabbijn een dramatisch verhaal over de oudheid Avraham Avinu synagogue in Hebron.
R. Naftali Hertz Bachrach leefde in de eerste helft van de 17e eeuw. Geboren in de stad Bacharach in het Duitse Rijnland, blonk hij uit in Kabbalistische filosofie en reisde hij naar Israël om te studeren bij de studenten van de R. Yitzchak Luria, bekend als de Ari Zal (1534-1572). Hoewel hij de Ari Zal nooit persoonlijk had ontmoet, noemde hij hem zijn 'leraar'.
Interior view of Ben Ezra synagogue showing the entrance to the Cairo genizah high in the end wall. (Wikimedia, Public Domain)
The incredible archives of the Cairo Genizah holds many valuable documents. A fascinating 17th century example is a Legal document from Jerusalem (T-S 8J6.23 ) dated to the year 417 (= 1657 CE). The letter was written in hebrew and tells of a disputed inheritance. Jacob Espadil (אישפדיל) made a statement before the court detailing how Kelaiah (כילייא), the wife of Isaac Obadiah, kept back some of the inheritance from her late sister Oro (אורו), widow of Solomon Pesante (פיזאנטי), which had been left to the orphan Judah (יאודה). Words have been deleted and additions made between the lines and in the left-hand margin.
HEBREW LEGAL DOCUMENT
1657 - Jerusalem
SYNODE VAN JERUZALEM (OF BETHLEHEM)
1672 - Israël
Dositheus II Notarius van Jeruzalem was de Patriarch van Jeruzalem van 1669 tot 1707 en theoloog van de orthodoxe kerk. Hij nam een krachtig standpunt in tegen invloeden van de rooms-katholieke en protestantse kerken. Hij riep de synode van Jeruzalem bijeen om de calvinistische bekentenissen van Cyril Lucaris tegen te gaan.
PALAESTINA EX MONUMENTIS VETERIBUS ILLUSTRATA
1714 - Amsterdam
Adriaan Reland was a noted Dutch orientalist scholar, cartographer and philologist. He
first studied Latin language in Amsterdam studied theology and philosophy at University of Utrecht in 1693. Initially interested in Hebrew and Syriac, he later began studying Arabic. In 1705 professor Reland completed 'De religione Mohammedica libri duo'. This work, was considered the first objective survey of Islamic beliefs and practices. It became a reference work throughout Europe and was translated into Dutch, English, German, French and Spanish. As Reland argues, the study of other religions in general is often tarnished by misconceptions due to the struggles both between Jews, Muslims and Christians. Reland published 'Palaestina ex monumentis veteribus illustrata (1714)', in which he described and mapped the Biblical-era geography of Palestine. Despite this background he did not mentioned places with important mosques that are dating before his travels to the land of Israel! For example Jerusalem, Nablus, Jenin, Tsfat, Jaffa and Ashkelon. Perhaps these places were not as populous during the early 18th century. However three main conclusions of Adriaan Reland are important:
○ The land was empty, sparsely populated as confirmed nearly two centuries later by Mark Twain.
○ The Jewish origin of the names of nearly all cities are also very clear.
○ The Arabs he called Bedouins, were not living in large numbers in the holy land while the Jewish and Christian presence in the country was far more important and visual.
Map by Adriaan Reland mentioning biblical places in the holy land
SAFED, TIBERIAS & HEBRON ASKING FOR HELP
1726 & 59 AD - Tiberias. Safed and Hebron
Fascinating hebrew letter from the Cairo Genizah testify to the poor situation of the Jewish communities in Safed and Tiberias in the 18th century.
-
Letters from Safed dating to 1726/27 and 1735 from the community of Safed. The Jews are begging for financial aid form the Jews in Pisa, due to the heavy taxes that are imposed on them.
-
A letter dated 1759/60 CE from the Jewish community of Tiberias to the Jewish community of Pisa with a similar request for financial help. The letter gives interesting details about political struggles, unrest in the Galilee and the month-long siege of Tiberias (1742) are mentioned.
-
A hebrew letter from the community of Hebron dated to 1778/79 CE to Refa'el Ḥannuka (maybe living in Istanbul). The community has sent their shaliaḥ (legal emissary), and if he does not receive enough money to bring back, the Hebron Jews will perish.
-
More letters can be found dating for example to 1748 and 1796 in the Cairo Genizah.
TRAVELS OF CHARLES THOMPSON
1744
The travels of the late Charles Thompson written in his book dating to 1744, are his observations on France, Italy, Turkey in Europe, the Holy Land, Arabia, Egypt, and many other parts of the world.
His travelbook gives a particular and faithful account of what is most remarkable in the manners, religion, polity, antiquities, and natural history of those countries with a curious description of Jerusalem as it now appears, and other places mentioned in the Holy Scriptures. An interesting and very complete view of these countries and illustrated with historical, geographical, and miscellaneous notes by the editor.
19TH CENTURY KETUBBAH
19th century, Jerusalem, Tiberias, Jaffa, Hebron and Safed
Many Jewish Marriage contracts or Ketubbot have survived with the names of the couples who married. The Jewish National museum houses many of these beautiful decorated testimonies to the romantic past. There are examples from many countries around the world and many are from Jerusalem (1807 and later). Also some examples of Tiberias 1837), Jaffa (1865) and Hebron (1874) and a marriage contract from Safed (1830) survived.
NAPOLEON'S DECLARATION TO
"RE-ESTABLISH ANCIENT JERUSALEM".
1799- France
During the siege of Acre in 1799 by Napoleon, the primary French newspaper of the French Revolution, Gazette Nationale, published a concise statement on the 22th May 1799). The statement read as follows: "Buonaparte a fait publier une proclamation, dans laquelle il invite les juifs de l'Asie et de l'Afrique à venir se ranger sous ses drapeaux, pour rétablir l'ancienne Jérusalem; il en a déjà armé un grand nombre, et leurs bataillons menacent Alep." Translated: "Bonaparte has published a proclamation in which he invites all the Jews of Asia and Africa to gather under his flag in order to re-establish the ancient Jerusalem. He has already given arms to a great number, and their battalions threaten Aleppo."
MAP & DESCRIPTIONS OF PALESTINE BY JOSEPH SCHWARTZ
1829, 1843, 1845 - Jerusalem
Joseph Schwarz was born in Bavaria, 1804 and died at Jerusalem in 1865. He studied in Colberg and at the University of Würzburg, where he devoted himself to the history and geography of the Holy Land. He published a map of Palestine in 1829 (republished at Vienna in 1831 and in Triest, 1832). He decided to migrate to Jerusalem in 1833 and began a series of journeys and explorations in various parts of Ottoman province of Palestine. This took him 15 years and his investigations and researches into the history, geography, geology, fauna, and flora of that country have placed him in the front rank of explorers and geographers of the holy land. Some of his publications where:: "Luaḥ," a calendar for the year 5604 (Jerusalem, 1843); "Tebu'ot ha-Shemesh," on the physical history of the Holy Land, the cycle of the sun, and the calculation of sunrise and sunset (1843); "Tebu'ot ha-Areẓ," geography, geology, and chronology of Palestine (ib. 1845). Isaac Leeser translated the "Tebu'ot ha-Areẓ" with the title "A Descriptive and Historical Sketch of Palestine. " This book contained maps, engravings, and a portrait of the author (Philadelphia, 1850).
Joseph Schwartz - photo National Library of Israel
VAYIKRA - SEPHARDIC PRAYER BOOK
1833 - Safed
After a hiatus of 246 years, Israel Bak reestablished the Hebrew press in Eretz Yisrael, and he, like his predecessor, chose the city of Safed. His first published work, in 1832, was a Sefardi prayer book, the second, the Book of Leviticus, the first printing of a book of the Bible in the Holy Land. The title page describes the contents and the enterprise: "The Book of Leviticus, the third of the Five Books of the Torah with the commentary of Rashi, Ba'al ha-Turim (Jacob ben Asher), Siftei Hahamim (the Lips of the Wise) and ... on the Haftarot and the Five Scrolls by the illustrious godly man, Hayim Yosef David Azulai ... printed by the eminent and wise Israel Bak ... of Berditchev. Here in Upper Galilee, in the holy city, Safed ... under the sovereignty of the noble Mohammed Ali Basha (1833)."
SAFED "POGROM" LETTER
1834 - Safed
The 1834 a violent attack by the Druze and Arab population was aimed at the Jews of Safed. The looting and killings have been described as a pogrom and it happened during the 1834 uprising (Peasants' Revolt). It began on Sunday June 15, the day after the Jewish holiday of Shavuot, and lasted for 33 days. Most contemporary accounts suggest it was a spontaneous attack that evolved into a month long disaster that included large scale looting's, the killing and raping of many Jews and the destruction of homes and ancient synagogues. Hundreds fled the town seeking refuge in the open countryside or in neighbouring villages. The rioting was quelled by Lebanese Druze troops were ordered by Ibrahim Pasha to stop the riots and violence after intervention of foreign consuls.
19TH CENTURY HEBREW LETTERS
19th Century - Jerusalem, Safed
Many Hebrew letters dating to the 19th century and written by or to the Jewish Community in Jerusalem and Safed were found in the large collection of Cairo Genizah.
For example;
-
In 1807 the Safed community asked again for financial aid in a letter to the Jewish community in Pisa.
-
A letter written in hebrew and Judaeo-Arabic from Eliyyahu b. Seʿadya, in Fustat/Cairo, to the Moshe ha-Levi the Qaraite, in Jerusalem (1827)
-
A hebrew letter from the community of Jerusalem to the gabbay ( a warden, who assists in running the synagogue) and treasurer of כארכוך (=Kirkuk?) and written in 1843 CE.
-
A hebrew letter from the community of Safed to the community of Izmir concerning fundraising dating to 1851 CE.
IMPERIAL FIRMAN CONCERNING CHRISTIAN HOLY PLACES
1852 - Jerusalem
Abdulmejid ruled the Ottoman empire between 1823 and 1865 during a periode of rising nationalist moveents in the Empire. He wanted to encourage 'Ottomanism' and stop the rising nationalism. Despite new laws and reforms to improve the integration of non-Muslims and non-Turks into Ottoman society, these efforts failed.
The "Imperial Firman of February 1852, Concerning the Christian Holy Places" from Abdülmecid I of the Ottoman Empire confirms the Status Quo agreements between the Eastern/Greek and Latin Christian communities in the Holy land. The reason for this Firman were rising disputes between the Greek and Latin nations in Jerusalem (Church of the Holy sepulchre) and the Firman revived respecting the Holy Places.
(Konstantin Cretius) Wikimedia
HA-TOLIDAH 'ASHER MIT AKEH BEYN HA-SHEMARIM
1859 - Nablus
The Tolidah (Hebrew: תולידה, "Genealogy") is the oldest Samaritan historical chronicle, written mainly in Hebrew with sections in Samaritan Hebrew and Aramaic. It provides a concise history of the Samaritans and their priestly dynasty up to the Middle Ages. The final version was copied in 1859 by Jacob ben Harun, accompanied by an Arabic translation, and is also known as the Chronicle Neubauer.
The work originated in 1149 by Eleazar ben Amram of Nablus, was expanded by Jacob ben Ishmael in 1346, and continued by other scribes until 1859. Its composite nature reflects its gradual development over centuries.
LETTER FROM MENUCHA ROCHEL SLONIM
between 1845 and 1888 - Hebron
A handwritten letter from Menucha Rochel Slonim hangs in the historic Menucha Rochel Slonim synagogue in Hebron's Avraham Avinu neighborhood. Rebbetzin (Wife of a Rabbi) Menucha Rochel Slonim (1798–1888) emigrated to Hebron in 1845. When she became dangerously ill, her father promised that she would live to emigrate to the Land of Israel. Rabbi Menachem Mendel Schneersohn, Menucha Rochel Slonim and her family emigrated to Hebron in 1845. She is regarded as a matriarch both to the Chabad dynasty and Hebron's Jewish community.
SEFER YERUSHALEM
1884 - Jerusalem
Sefer Yerushalayim is a book about Jerusalem "providing a summary of the history and characteristics of four holy sites". It was written in 1884 by Tuvia Salomon (1862-1951) a printer, poet, writer and researcher and the son of R. Yoel Moshe Salomon. It is a small book with illustrations depicting holy sites. The name of the book ("Yerushalayim") and the borders of some illustrations are printed in gold.
SHUKAT OLAM
1893 - Jerusalem
Shlomo Moussaieff was born in the city of Bukhara in 1852, in what is today Uzbekistan. In the Hebrew prayer book which he authored, Shukat Olam, Moussaieff described his motivation in moving to Jerusalem and his religious conviction: "I, Shlomo Moussaieff, native of Bukhara.. My spirit moved me to leave the land of my birth, in which I grew up, and to ascend to the Holy Land, the land in which our ancestors dwelled in happiness, the land whose memory passes before us ten times each day in our prayers...We do not have any festive occasion without a memorial to Jerusalem....There is no doubt that I am required to thank God for all the good he has done for me. He has brought me across the sea three times. He has kept me alive, and has brought me to the place of my desire for the good life and peace to see the pleasantness of God and to visit his sanctuary. If the temple was standing, I would bring a sacrifice of thanksgiving.
ARMENISCHE GENOCIDE ARCHIEVEN VAN JERUZALEM
Documenten van 1915 meegenomen naar Jeruzalem in 1930 na Christus.
Het archief van het Armeense Patriarchaat van Jeruzalem bevat uiterst waardevolle documenten over de Armeense genocide.
Bijvoorbeeld een kopie van a schokkend telegram, een ontcijferde versie van het originele telegram dat werd gebruikt om te helpen het plannen van de massamoorden op Armeniërs. Volgens voor onderzoekers bewijst de ontdekking zowel het bestaan van de tribunalen als, voor de eerste keer, de opzettelijke en opzettelijke officiële planning die betrokken was bij de uitvoering van de slachtingen. Het telegram veroorzaakt een aardbeving in het onderzoek naar de Armeense genocide en maakt het ontkennen van deze genocide totaal belachelijk. De moorden op tot wel 1,5 miljoen Armeniërs door Ottomaanse Turken rond de tijd van de Eerste Wereldoorlog worden door geleerden algemeen beschouwd als de eerste genocide van de 20e eeuw. Het telegram werd ontdekt in een verzameling gerechtelijke dossiers, die in 1922 uit Turkije werden verscheept door Armeense leiders, uit angst dat ze zouden worden vernietigd door Turkse nationalisten die later de controle over het land zouden overnemen. De collectie werd in de jaren dertig naar Jeruzalem gebracht en werd in een archief in het Armeense Patriarchaat geplaatst, maar was ontoegankelijk voor onderzoekers. Onlangs werd ontdekt dat de hele collectie in de jaren veertig was gefotografeerd door een Armeense monnik die de foto's doorgaf aan een neef die momenteel in New York woont.
CORRESPONDENCE BETWEEN YUSUF DIYA AL KHALIDI & HERTZL
1899 - Jerusalem
The correspondence between the Major of Jerusalem Yusuf Diya al Khalidi and Theodor Hertzl is of great historical significance. Here a translation of a letter written by Al Khalidi:
"As far as the Israelites are concerned [...], I really do regard them as relatives of us Arabs; for us they are cousins; we really do have the same father, Abraham, from whom we are also descended. There are a lot of affinities between the two races; we have almost the same language. Politically, moreover, I am convinced that the Jews and Arabs will do well to support each other if they are to resist the invaders of other races. It is these sentiments that put me at ease to speak frankly to You about the great question that is currently agitating your people.
You are well aware that I am talking about Zionism. The idea in itself is only natural, beautiful and just. Who can dispute the rights of the Jews to Palestine? My God, historically it is Your country! And what a marvellous spectacle it would be if the Jews, so gifted, were once again reconstituted as an independent nation, respected, happy, able to render services to poor humanity in the moral domain as in the past!
Unfortunately, the destinies of nations are not governed solely by these abstract conceptions, however pure, however noble they may be. We must reckon with reality, with established facts, with force, yes with the brutal force of circumstances. But the reality is that Palestine is now an integral part of the Ottoman Empire and, what is more serious, it is inhabited by people other than only Israelites. This reality, these acquired facts, this brutal force of circumstances leave Zionism, geographically, no hope of realisation"
TEMPEL MOUNT HISTORISCH DOCUMENT
1925 - Jeruzalem
In 1925, tijdens het Britse mandaat, produceerden de moslims die de Tempelberg controleerden deze gids die inzicht geeft in hoe zij naar de geschiedenis in 1925 keken. Het is duidelijk dat hun eigen geleerden de geschiedenis bevestigden, bevestigd door de moderne archeologie dat dit de plaats was van de oorspronkelijke Tempel van de Joodse mensen.
1930 DESTRUCTION OF EIN ZEITIM
1930 - Ein Zeitim
Many people think that Arab violence against Jews began with the establishment of the State of Israel in 1948 (or after Israel’s capture in 1967 of Jordanian territories) But even before the Mandate for Palestine was assigned to Great Britain by the Allies at the San Remo Conference (April 1920) and endorsed by the League of Nations (July 1922), Arabs were carrying out organised attacks against Jewish communities.. Systematic violence began in early 1920 against Jerusalem’s Jews and in 1921 Arab rioters attacked Jews in Jaffa and its environs. The primary responsible agitator behind this violence was the Mufti of Jerusalem, Haj Amin al Husseini. He often called for war and attacks against the jews. One of the attacks was done by Arabs who destroyed Ein Zeitim. Ein Zeitim was an agricultural settlement (2 km north of safed) that was first established in 1891 after Jews bought the land. A newspaper article in hebrew gives an account of the violent attacks.
AZHARA NORA'AH
1934 - Jeruzalem
Azhara Nora'ah" was een plakkaat uitgegeven door de Maghreb-gemeenschap in Jeruzalem in 1934. Het is bedoeld om te protesteren tegen de "Dardaim" Jemenitische factie die deZohar, de belangrijkste tekst van Kabbalah.
De "Dardaim" was een kleine factie van het Jemenitische jodendom, gesticht in Sanaa, Jemen aan het begin van de 20e eeuw. Het werd gevormd binnen de Jemenitische Baladi-gemeenschap door Rabbi Yichya Kapach. De Dardaim beschouwden zichzelf als discipelen van Maimonides. Ze beschouwden de kabbala als een idee dat vreemd was aan de Joodse traditie en ze riepen op tot een terugkeer naar een meer op de Talmoed gebaseerd jodendom. In Israël werden ze fel bestreden, zowel door de Jemenitische Joden als door alle andere Joodse facties.
OPROEP TOT OORLOG DOOR MUFTI ALL HUSSEINI
1 maart 1944
Transcriptie van een uitzending gemaakt door Amin al-Husseini op 1 maart 1944. Haj Amin el-Husseini, ook bekend als de grootmoefti van Jeruzalem, was internationaal bekend als een collaborateur met nazi-Duitsland. Hij stond bekend om zijn ontmoeting met Adolf Hitler in Berlijn in november 1941 en zijn tirades in het Arabisch om 'de joden te doden'. Deze toespraken werden naar het Midden-Oosten uitgezonden via de kortegolfradiozenders van het Derde Rijk.
Husseini was een sleutelfiguur in een ideologische en politieke fusie tussen nazisme en islamisme. Een samenwerking die na WO II aan invloed won in de Arabische wereld en zeker onder degenen die het Verdelingsplan van de Verenigde Naties voor de vestiging van een Arabische en een Joodse staat willen blokkeren.
CONNECTION BETWEEN FOUNDER OF MUSLIM BROTHERHOOD & NAZI GERMANY
An important document
ARAB LEAGUE BOYCOTT OF JEWS IN PALESTINE
4 December 1945
The Arab League Council formally instituted the Arab boycott on December 2, 1945, making a clear statement: "Jewish products and manufactured goods shall be considered undesirable to the Arab countries.” All Arab “institutions, organizations, merchants, commission agents and individuals” were called upon “to refuse to deal in, distribute, or consume Zionist products or manufactured goods.
This declaration highlights the interchangeability of the terms "Jewish" and "Zionist" in the Arab context. Consequently, well before the establishment of Israel, the Arab states had initiated an economic embargo against the Jewish population of Palestine. Subsequent to this proclamation, the Indian Express stated that the primary objective of the boycott was "to undermine the economic strength of the Jewish community in Palestine, thus rendering further Jewish immigration economically unfeasible." The Arab nations collectively agreed to impose a complete blockade on all Jews residing in Palestine, irrespective of age or gender, preventing them from traveling to any country within the Arab League.
An Arab Legion soldier after they destroyed the historic Tiferet Ysrael synagogue, 1948. (wikimedia)
RABBI ORENSTEIN'S LETTER FROM JERUSALEM UNDER ATTACK FROM THE JORDANIAN ARMY
Jerusalem, 1948
The letters from Rabbi Yitzchak Avigdor Orenstein, the first Chief Rabbi of the Western Wall, provide insight into the challenges faced by residents in the Jewish Quarter during the 1948 siege by Arab forces. Written just three months before the city fell under Jordanian control, one of the letters, a plea for help, was signed by Rabbi Orenstein himself, who tragically lost his life with his wife during the shelling of the Old City on May 23, 1948.
Despite having served as Chief Rabbi since 1930, Orenstein returned to the Old City at the start of the siege, stating, "If someone is destined to sacrifice himself for the sake of the sanctity of ancient Jerusalem and its holy sites, I am hereby committed to do so more than anyone else."
In these letters a frightening cry for help was written by Orenstein:
“Have mercy on the men, women, and children, and take drastic measures where needed so that we don’t perish, God forbid,” The letter was sent as a cry for help to Israel’s then-Chief Rabbi Yitzhak Herzog. “The Old City residents’ lives are in grave danger. British troops have been shelling the Jewish Quarter over the last nights, harming the sanctity of the synagogue,” wrote Rabbi Orenstein who signed the letter alongside Rabbi Yisrael Mintzberg, Rabbi Shalom Azoulay, and Rabbi Benzion Chazan.